Kinderoefentherapie bij kleuters (4-6 jaar)
Bij kleuters is het bewegen op het schoolplein en in de gymzaal belangrijk om te leren klimmen, klauteren, rennen, springen en fietsen. Ook oefenen ze het gooien en vangen met twee armen. In de klas zijn ze vaak druk bezig met knutselen, figuren maken en hun naam (na)schrijven.
Vanaf 5 à 6 jaar leren kinderen complexere taken waarbij verschillende ledematen (tegengesteld) met elkaar moeten samenwerken. Voorbeelden hiervan zijn leren zwemmen, veters strikken en eten met bestek. Ook schrijven is zo’n complexe vaardigheid.
Motorische achterstand
De kinderoefentherapeut biedt hulp wanneer een motorische achterstand of afwijkende motorische ontwikkeling zorgt voor problemen bij activiteiten en participatie. Er zijn meerdere indicaties die vaker voorkomen bij kleuters en aanleiding geven om kinderoefentherapie toe te passen. Voorbeelden hiervan zijn problemen met het vasthouden van bestek of potlood, het buiten spelen en/of de gymles, maar ook bewegingsangst, een afwijkende stand van de voeten, knieën of een afwijkend looppatroon.
Behandeling
Gelukkig zijn de achterstanden in de grove of fijne motoriek bij de meeste kinderen goed op te lossen door ze in een rustige, één op één situatie deze vaardigheden aan te leren met ons gevarieerd en uitdagend spelmateriaal. Zo krijgen ze er ook weer plezier in, en gaan de vaardigheid spontaan herhalen.
Eèn van de ouders is bij de behandeling of een gedeelte daarvan aanwezig, en kan zo de spelletjes en vorderingen bekijken.
Samen met de leerkracht en eventuele Motorisch Remedial Teacher (MRT'er) op school streven we ernaar dat het kind de basisvaardigheden ontwikkelt die het voor groep 3 nodig heeft.
© 2021 Kinderoefentherapie Zaanstreek Noord